“Zal ik je een geheimpje vertellen? Ik kan eigenlijk helemaal niet schaatsen!” Ik val even stil en staar Christian met open mond aan. Sta ik hier nou tegenover de Nederlandse Ice-Man, de Nederlandse schaats-goeroe, dé Christian van Dartel, die me zojuist vertelt dat hij helemaal niet eens schaatsen kan? Hij is hier in het Midden-Zweedse Dalarna de man in de winter.
Tekst en foto's: Marit Noorlander
Zo’n dertien jaar geleden verhuisde hij naar Borlänge nadat hij verliefd werd op deze plek. “Toen ik het Runn-meer in de winter zag, dacht ik meteen: hier moeten we zijn” Vergeet de ellenlange kwakkelende Nederlandse winters. It giet oan! Maar dan wel in Dalarna. Hier moet je zijn om je ijzers onder te binden. Het Runn-meer, en nog vele andere meren in dit gebied, veranderen in de winter in spiegelgladde ijsvloeren van tientallen centimeters dik ijs. Christian zag z’n ijsdroom waar worden en organiseert sinds die tijd talloze toertochten en marathons op het Runn-meer. “Een echte schaatser ben ik dan wel niet, maar de omstandigheden zijn hier zo perfect, dat ik mogelijkheden zag”.
Het schaatsseizoen start doorgaans in het najaar en duurt soms tot april. Met als hoogtepunt de jaarlijkse Runn Winterweek in februari, georganiseerd door Christian en z’n team. “Het Runn-meer is ideaal voor marathons, je schaatst hier kilometers lang op prachtig ijs dat op sommige plekken zo’n 30 tot 40 centimeter dik is”.
Op deze dag in augustus ligt het Runn-meer er iets anders bij. De zachte wind blaast kleine rimpeltjes op het water en als ik Christian help de kano in het water te tillen, breekt de zon door. We staan op het kleine zandstrand van Främby Udde, een stugadorp waar doorgaans veel Nederlanders op vakantie komen. En terecht. De rode vakantiehuisjes liggen direct aan het meer en de omgeving van Falun heeft alles wat je op vakantie wil: veel mogelijkheden tot buitenactiviteiten, de Falun mijn, het pittoreske dorpje Sundborn (bekend van schilder Carl Larsson) en een uitbundige hoeveelheid natuur.
Christian peddelt ondertussen voor me uit in een kalm tempo. We laten het resort achter ons en ik zie nog net het iconische zomerhuis op de heuvel achter een eiland verdwijnen. Het zomerhuis dateert uit 1897 en behoorde toe aan het welgestelde echtpaar Oscar en Olga. Nu doet het huis dienst als restaurant bij het resort, maar binnen proef je nog altijd de geschiedenis uit vervlogen tijden. De familiefoto’s van Oscar en Olga prijken aan de wanden en ik zie dat de zomerdagen destijds niet heel veel verschillen van de zomerdagen nu. Stukje varen met de familie, aanleggen op een eilandje, picknickmanden mee en tijd doorbrengen met elkaar.
Het is me wel duidelijk. Of het nou zomer of winter is, de omgeving van Runn-meer verveelt niet snel. “Jammer dat ik m’n hengel niet mee heb”, onderbreekt Christian mijn gedachten. Hij wijst naar het water en ik tuur over de rand van mijn kano met hem mee. “Hier zwemmen snoeken van één meter!” Dankzij de inspanningen van Christian in de wintermaanden, hebben de Zweden uit de directe omgeving van het Runn-meer de schaatssport zelf ook helemaal ontdekt. “De eerste jaren stonden er nog niet veel Zweden op het ijs hier toen we de eerste baan schoonveegden, maar nu is dat wel anders. Ze hebben de smaak hier helemaal te pakken. Hartstikke gezellig in de winter!”